COACHING

Watersommelier
Tine Bral

De smaak van water

Water is een alledaags gegeven: het stroomt uit de kraan en in de supermarkt is er keuze te over: niet-bruisend, bruisend en tussenin bubbels. Je drinkt het zonder erbij stil te staan waar het vandaan komt en zonder het zelfs echt ‘te proeven’. Nochtans is de smaak van water heel belangrijk, zegt watersommelier Roland Vanden Abbeele. Hij is gebeten door water en maakt in Hotelschool Ter Duinen in Koksijde jonge sommeliers en zaalmensen wegwijs in de wereld van water. Door de BOB-campagnes en een nieuwe drinkcultuur is water immers ook in het restaurant belangrijk geworden.

Water is water, zou je zo denken.

Roland Vanden Abbeele: “Water, of het nu bruis of plat is, kan zoveel verschillende mineralen bevatten en zoveel smaak hebben! Kijk maar naar de hoeveelheid ‘droogrest’ die op iedere fles vermeld staat. Dat kan gaan van 80 mg/l tot 3335 mg/l, 41 keer zo veel. Uiteraard zal het laatste water heel anders smaken dan het eerste. Water is de ideale dorstlesser: het bevat geen vet, geen cholesterol en geen calorieën. Nu is er wel water en water. Naast het water uit de kraan – gezuiverd afvalwater – heb je bronwater en mineraalwater die allebei niet, licht of sterk bruisend verkocht worden.”

“Bronwater komt uit bronnen die vrij dicht bij de oppervlakte liggen. Hun samenstelling kan wisselen en ze zijn gevoelig voor vervuiling. Mineraalwater komt uit bronnen uit diepgelegen waterlagen. Het water heeft al een lange tocht afgelegd voor het aan de oppervlakte komt en tijdens die tocht nemen de watermoleculen de mineralen op. Mineraalwater verandert nooit van smaak omdat het op eenzelfde debiet en temperatuur uit de bron komt.”

“Omdat het traject van elk water anders is, heeft elk mineraalwater een eigen ‘smaakidentiteit’. Mensen associëren de kwaliteit van een water vaak met de smaak, maar dat is fout. Je houdt van de smaakidentiteit van een bepaald water of je houdt er niet van. De smaak van water wordt bepaald door: temperatuur, hoeveelheid koolzuur en de mineraalsamenstelling. Vooral dit laatste is heel bepalend: de smaak van water is niet gelijk aan een watersmaak!”

“Van nature bevatten sommige waters uit bronnen het gas koolstofdioxide ofte koolzuur. Vergelijk het met een spons die je samendrukt. Het gas zit opgesloten in het water en wordt vastgehouden door de druk in de bodem. Zodra de druk wegvalt, ontsnapt het koolzuur, krijgt de spons weer zijn oorspronkelijk formaat. Dat water met ‘bubbels’ als verfrissend wordt aangevoeld, komt omdat het koolzuur de pH-waarde – de zuurtegraad – van het water met twee punten verlaagt. En hoe lager de pH-waarde hoe zuurder en hoe frisser.”

“Niet-bruisend water is voor een watersommelier het interessants omdat je bij niet-bruisend water veel beter de smaakverschillen proeft tussen de verschillende waters. Het koolzuur in het (licht) bruisend water zorgt voor frisheid, maar onderdrukt ook de smaken. Voor een watersommelier zijn waters met veel karakter het leukst om mee te werken.”

Wat drink je best bij de maaltijd bruisend of niet-bruisend water?

Roland Vanden Abbeele: “Een perfecte aperitief of een mooie aanzet tot het aperitief of de eerste wijn, is een bruisend water. Dat mag flink wat koolzuur bevatten, genre Perrier, Apollinaris, Spa Barisart. Bij bruisend water wordt de mineraalsmaak geheel of gedeeltelijk geneutraliseerd door het koolzuur dat een perfecte eetlustopwekker is. Hier speelt hetzelfde mechanisme als bij champagne.”

“Daarna schakel je best over naar water met zachte bubbels of niet-bruisend water omdat de smaak van het water dan beter tot uiting komt. Mooie ‘platjes’ zijn Evian, en San Pellegrino aqua panna. Als reactie wordt er speeksel aangemaakt dat in de maag het signaal geeft dat er eten op komst is. Je krijgt als het ware ‘het water in de mond’ en ‘goesting’ in een volgend gerechtje. Het koolzuurgas in lichtbruisend mineraalwater zoals Bru, Badoit, San Pellegrino, Chaudfontaine rood of Pineo absorbeert dan weer de zuren die in de mond achterblijven, waardoor deze waters de gerechten smaakvol gaan versterken.”

“Water en wijn kunnen elkaar aanvullen tijdens de maaltijd. Nu is water ook een perfecte remedie tegen een kater. Het katerfenomeen wordt immers veroorzaakt door het uitdrogingseffect dat alcohol heeft op de hersenen. Drink je tussendoor water dan heeft het fenomeen geen kans en jij… geen kater! Het leuke is dat je nooit te veel water kan drinken. Doe je dat toch dan weet je lichaam daar wel raad mee (lacht).”

Tapwater of flessenwater?

Roland Vanden Abbeele: “De keuze van het water is zeer belangrijk omdat dit een serieuze meerwaarde kan bieden aan de gerechten. Er is wel verdeeldheid over de keuze van tafelwater. Veel restaurateurs gaan voor het opgekrikte gebottelde kraantjeswater, tapwater afgevuld in gepersonaliseerde karaffen als tafelwater. Dit water kan zowel afkomstig zijn uit de duinen van Koksijde als het Albertkanaal in Antwerpen. Men ziet het als voordelig, maar zo’n automaat kost snel 3 à 4000 euro, daarbij komen de filters die regelmatig moeten vervangen worden, de karaffen van 12 euro die telkens moeten gewassen worden. Als je alles gaat uitrekenen kom je voordeliger uit met flessen en – heel belangrijk – je kunt een ruimer en mooier assortiment aanbieden, afgestemd op je keuken. Gebotteld mineraalwater moet wettelijk aan de bron gebotteld worden en is dus ‘Mise au Chateau’-water met een constante gewaarborgde samenstelling. Mijn tip: vraag naar mineraalwater in plaats van het gepimpte kraantjeswater zomaar te aanvaarden. In de meeste gevallen is dat geen probleem.”

Welke waters schenken bij welke food?

Roland Vanden Abbeele: “Bij een zeevruchtenschotel met rauwe oesters en kreeft – meestal geserveerd als voorgerecht – past een (zilte) Apollinaris, Vichy Catalane of Malavella perfect. Als niet-bruisend is Fachingen een goed alternatief.”

“Een kruidig gerecht kan ondersteund worden met Badoit of San Pellegrino. Een mooi alternatief is het Franse Chateldon dat zowel een kruidig gerecht kan verzachten als een zacht gerecht kan versterken. Leuk weetje: dit was het water dat Louis XIV steeds in voorraad wou in Versailles omdat het eten beter laat verteren. ”

“Hoofdgerechten met vlees worden best begeleid door karaktervolle waters als Heppinger, Iskilde of Perlage.”

“Bij stoofschotels en gerechten met uitgesproken smaakaccenten schenk je stevige waters zoals Donat Rogaska of Borjomi.”

“Zie je verschillende soorten waters niet zitten, ga dan voor een neutraal water dat je de hele maaltijd kan schenken: Evian of Chaudfontaine en Bru licht bruisend.”

“En… drink water vooral met respect voor zijn meerwaarde aan tafel. Niet met mate, maar wel met maten.”

Meer info op: www.watersommelier.be

Video
Share

Your name

Your e-mail

Name receiver

E-mail address receiver

Your message

Send

Share

E-mail

Facebook

Twitter

Google+

LinkedIn

WhatsApp

Contact

Send

Sign up
E-card

Your name

Your e-mail address

Name receiver

E-mail address receiver

Your message

Send

1