Het is u waarschijnlijk al opgevallen dat er sinds enkele jaren opnieuw interesse is in het distillaat en aanverwante dranken op basis van spirit. Het interessante is dat men stilaan ook andere alcoholen begint te stoken naast gin. We moeten het toegeven, zonder de gin hype waren onze distilleerderijen ver uitgeblust. Het oubollige imago van Jenever spreekt de jeugd al lang niet meer aan waardoor het gin alternatief als een godsgeschenk (net op tijd) uit de lucht kwam gevallen. Vele Belgische jeneverstokers zijn op de kar gesprongen en zagen hun cijfers, na een lange periode van achteruitgang, opnieuw pieken, de ultieme redding van de kleine distilleerderijen werd een feit. Maar vandaag is er meer aan de gang dan een conversie van jenever naar gin (eigenlijk is gin in de geschiedenis de Britse versie van wat in onze contreien reeds Jenever noemde met het gebruik van meer jeneverbes en het toevoegen van aromaten), er duiken alsmaar meer koperen distilleerkolven op aan beide kanten van de taalgrens. Aangezien quotes als #eatlocal dagelijkse kost zijn geworden is het nu de beurt aan drank. Bij deze is #drinklocal een feit!
Terwijl de Belgische wijnbouw boomt en we jaarlijks bijna driejaarlijks verdubbelen in aantal aangeplante hectaren alsook in het aantal wijnbouwers die het hobbyisme ingeruild hebben voor het professionele werk, komen er ook goed uitgeruste distilleerderijen bij. Sta mij toe om 2021 uit te roepen als het jaar van de opkomst van de alcoholen uit eigen bodem. Het lijkt me het logische gevolg na de terugkeer van de lokale ingrediënten dat de consument ook bewust wordt van het bestaan van Belgische spirits. Geloof me er zijn echte pareltjes op de markt naast het door u reeds gekende gin-aanbod. Wodka, Rum, whisky, Pastis, Eau-de-vie, Marc, Vermouth, Bitter, Liquor… noem maar op, allemaal beschikbaar van Belgische bodem wat wel niet wil zeggen dat ze honderd percent gemaakt zijn van Belgische ingrediënten maar dat is in onze alom bekende biercultuur ook niet het geval. Wat mij vooral blij stemt, is dat we niet meer verplicht afhankelijk zijn van importproducten.
Laat ons beginnen met de minst alcoholrijke nieuwkomers. De Belgische Vermouth’s. De oer-regio voor Vermouth is uiteraard het noorden van Italië, denk maar aan de merken Martini/Cinzano…, vanwaar ook de grote cocktailklassiekers Negroni en Milano-Torino. Vermouth was in de 18de tot de 20ste eeuw zowat de populairste drank. Het aperitief is gemaakt op basis van wijn met verschillende kruiden waaronder zeker alsem of absintkruid, versterkt met alcohol. Onlangs ontdekte ik de Belgische Kampenberg Bitter Vermouth gemaakt door wijnmaker Jan Caudron en meester distilleerder Patrick Van Schandevijl. Deze is door zijn bittertje een echte topper om te blenden in cocktails. ‘It’s Vermouth My Dear’ gemaakt in Wijnhuizen is de drogere, minder bittere tegenhanger die ik puur zou aanraden met een blokje ijs. De meest spectaculaire smaakbeleving is het, in apotheker flesjes gebottelde, “Kiss My” gamma van Wouter en Niels Vandekerkhove. De Rhubarb versie is de expressie van echte natuurlijke smaken van rabarber, citroentijm en citroenverbena. De donkere Nuts versie is licht medicijnachtig op basis van walnoten, kaneel en kruidnagel. De nieuwe mosterd voor de creatieve bartender.
Onlangs schreef gastronomische klokkenluider Eric Boschman de nieuwe Belgische Bitter nog lovende woorden toe. Een creatie van de Distillerie de Biercée in de regio van Charleroi. Men kent deze distilleerderij voornamelijk van hun Poire William en de Eau-de-Villée, de succesvolle citroen likeur. Volgens Eric een echte bitter gemaakt ‘à l’ancienne’ met gentiaan en appelsien. Een oeroude drank met een moderne ongekende twist. Ik heb nog geen kans gehad deze te proeven maar het idee dat het nu mogelijk is om een 100% Belgische Negroni (1/3 gin 1/3 vermouth 1/3 bitter) te vijzen verheugt me al want de enige onvervangbare was tot hier toe de bitter Campari.
Pastis kan u voortaan ook van eigen bodem drinken. Manu De Cort van de gelijknamige distilleerderij uit het Pajottenland, waagde zich aan de zuid-Franse zomerdrank bij uitstek. De ‘De Cort Pastis Grand Cru’ is op basis van 12 kruiden waaronder uiteraard alle anijsachtige. Hij slaagde erin om de drank te vervaardigen via een maceratie/distillatie en zonder het gebruik van essences en anethol, waardoor zijn versie noch wrang smaakt, noch melkachtig troebel wordt na toevoeging van water. Wat normaal gezien met dergelijke consoorten (Absint/Ouzo/Arak) wel het geval is. Ik moet toegeven dat ik niet van in het begin overtuigd was van het gekke idee maar telkens ik hem opnieuw proef stijgt mijn respect.
Laten we het even hebben over “the real shit!” met een alcoholgehalte van plus 40%. De Belgische koplopers in het stoken van Wodka zijn opnieuw jawel Manu De Cort met zijn lekkere, uit lokale aardappels en tarwe gestookte wodka. Recente investeringen in een monsterdistilleerketel (Arnold-Holstein) zullen in de toekomst zijn producten alleen maar nog beter maken want hoe hoger de nek van de installatie des te zuiverder het distillaat. Een andere Wodka revelatie is deze van de Dada Chapel Distillery gehuisvest in het historische centrum van de stad Gent. Ze stoken deze organische aardappel wodka in een gloednieuwe installatie ondergebracht in een oude kapel. De infrastructuur is een ware streling voor het oog, een privé investering van Michel Moortgat CEO van Duvel. Een ander merkwaardig distillaat is hun Brum (wat staat voor Belgian Rum) uit suikerbieten als grondstof. Het heeft volgens de meesterstoker meer dan een jaar geduurd vooraleer ze deze rum op punt hebben gekregen. Het resultaat is verassend kort bij het aroma van niet gerijpte witte rum Agricole van het Franse Guadeloupe.
Een ander distillaat dat een gevolg is van de opkomende Belgische wijnbouw is Marc. Men zou in principe ook Grappa kunnen zeggen maar deze naam is gereserveerd aan welbepaalde regio’s in noord-Italië en het Italiaanssprekende deel van Zwitserland. De benaming Marc is het Franse alternatief evenals de naam Aquarienté op het Iberische schiereiland. Het principe is hetzelfde. Het vergisten en afstoken van de perskoek van wijndruiven. Een minuscuul kleine oplage Marc de Pinot noir van het wijndomein Dappersveld heeft me volledig overtuigd van wat het potentieel is in Belgische Marc. Onlangs bezocht ik nog het fantastische Belgische wijngoed Chateau de Bousval nabij Genappe in Waals-Brabant. Tot mijn verbazing kom ik er tot de vaststelling dat ze daar ook van plan zijn Marc te distilleren. Al zijn ze daar nog aan hun proefstuk, de koperen installatie staat er alvast. Als ze even mooie distillaten gaan maken als de kwaliteit van de wijnen zijn we alweer een supermooie Belgische spirit rijker.
Alvorens af te sluiten moet ik jullie nog een geheim verklappen. Vertel het nog niet voort maar de echte nieuwe aankomende hype, waarvoor we nog enkele jaren geduld moeten oefenen, is de opkomst van Belgische Whisky. Er bestaan al Belgische Whisky’s hoor ik jullie al zeggen en dat is waar. Belgian Owl in Fexhe-le-Haut-Clocher is uiteraard een mooi voorbeeld en bestaat al ettelijke jaren. De Whisky van stokerij de Molenberg heeft ook al voor overtuiging gezorgd. Maar waar ik van spreek is een ware Whisky Tsunami! Een vloedgolf Belgisch vat-gelagerd distillaat dat binnen enkele jaren de markt zal overspoelen. Wie de grote spelers zijn ga ik nog niet onthullen maar zowat elke distilleerder/brouwer waar ik de laatste maanden mee spreek heeft er zijn zinnen opgezet. En dan zit er met die combinatie distilleerder/brouwer nog muziek in met de verwachte bierbrand van De Cort Distillery, zo dicht bij whisky maar toch met de toets van ons Belgisch bier (van tripel tot oude geuze) en dat gelagerd op vintage sherry vaten. Als dat maar goed afloopt! Ik ben alvast optimist over ons vloeibaar gedistilleerd erfgoed…
Google+
Your name
Your e-mail address
Name receiver
E-mail address receiver
Your message